dinsdag 29 november 2016

Langeveld aan Plessner, 27 oktober 1958


Zeer gewaardeerde medespeler. In mijn rol van vriend – dubbelrol van belangstellende in filosofisch-anthropologische problemen – betuig ik je, van achter het mater, mijn erkentelijkheid voor de speltekst, welke je mij ter uitvoering hebt aangeboden [Zur Anthropologie des Schauspielers, 1948]. Dit gemaskerde bal moet bij de nadering van het démasqué dantesk luguber zijn, want wat zal gebeuren…? Zijn het slechts dansende kleren waarop het porseleinen masker balanceert gesteund door een Sinterklaasstaf die – in het kwadraat: - “speelt” voor wervelkolom? “Behekste bezemstelen” schijnen we. [...]In niemands plaats kan ik staan maar in ieder beleef ik mijzelf als bejegening en de ander als zijn eigenheid die mij als een ander-dan-hij openbaart, maar altijd op een diepste beleving – waarvan de blik slechts één identificatie geeft – van identiteit. [...] Excuseer, mombakkes, zo ver zijn we niet verschillend: in je plaats (Groningen) zou ik niet willen zijn, maar je ben ik, in a way, ondanks jezelf. Vandaar dat ik tekenen kan tt Langeveld.
Ongepubliceerde brief Langeveld aan Plessner in archief Rijksuniversiteit Groningen, UBG ples 135.88
Onder: Helmuth Plessner in Ascona, ca 1950.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten