dinsdag 24 september 2013

Langeveld en Strasser

Via Lennard Vries ontving ik vandaag nog eens twee mapjes Langeveldiana. Een bevat een typoscript van een kritiek op Stephan Strassers Fenomenologie en empirische menskunde uit 1962. Tijdens het schrijven van mijn biografie beschikte ik over slechts een deel van die kritiek (zie p. 330 en verder in Pedagoog aan de hand van het kind). Nu blijkt dat de kritiek een bijna 60 pagina's tellend typoscript is, waarin Langeveld hoofdstuk voor hoofdstuk, pagina voor pagina met Strasser in discussie gaat. 'Strasser geeft kort weer, dat Sartre's "intentionaliteits"-begrip de instantie op het mundaan objekt beoogt. Mijn tafel is niet "in" mijn bewustzijn. Nu beweert Husserl dat ook niet. Husserl analyseert echter wat er van die tafel als representatnt in het bewustzijn optreedt. Sartre bedoelt, dat die "representant" niet de zaak zelf is, maar dat die zaak door dee representatnt is wat ze is (wat ze "an si"ch" is, weet niemand en speelt geen rol). Daarmee is gewoon de oude onderscheiding van het zijn in: "An-sich" en "kenbaar" - op een andere basis! - weer opgedoken.'