vrijdag 2 augustus 2013

Van den Berg aan Langeveld, 23 nov. 1977


Beste Langeveld
Mijn vrouw en ik hebben je lange brief gelezen en herlezen; beste dank voor je aandacht en inspanning! Over de diagnose zijn wij het klaarblijkelijk tamelijk, misschien wel helemaal eens. Over de therapie niet… Jij blijft een opvoeder; dat kan ook moeilijk anders. Ik zou wel naast jou willen staan ware het niet dat het getal mij in de weg zit, allereerst het getal mensen. Zolang Nederland (om ons vaderland als voorbeeld te nemen) dertien, veertien miljoen mensen draagt, valt van de toekomst naar mijn stellige overtuiging niets te verwachten. Hetzelfde geldt, zelfs a fortiori, voor de hele wereld. Pas wanneer de bevolkingscurve is teruggevallen tot het niveau van voor de industriĆ«le revolutie kan de overgeblevene mensheid weer aan haar toekomst werken. Leef ik dan nog, met voldoende fut, dan zal ik naast jou, de opvoeder, komen staan, aangenomen dat jij dan ook nog leeft, met voldoende fut.
Zullen wij elkaar begin volgend jaar weer eens zien?
Met hartelijke groet van huis tot huis.
Prof. Dr. J. H. van den Berg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten