dinsdag 9 april 2013

Waarom Langeveld niet in dienst hoefde

Op pag. 51-2 van mijn biografie bespreek ik de vraag waarom Langeveld nooit onder de wapenen werd geroepen. Was hij weigeraar uit principe, of was dat omdat hij echt was afgekeurd? In een recent opgedoken interview dat Lennart Vriens in 1985 met Langveld had komt die vraag ter sprake. Langeveld zegt dan het volgende:

Ik ben dienstweigeraar geweest, en dat moet geweest zijn, aangezien ik in 1905 geboren ben, in 1924. Ik werd voor de keuring opgeroepen en had toen een arts die mij tijdens het keuren vroeg hoe ik over de militaire dienst dacht en toen zei ik dat ik er geen zin in had en ernstig overwoog de dienst te weigeren, waarop hij mij had afgekeurd op wat ik niet anders dan een bijkomstigheid kon vinden in die tijd. Ik had een gecompliceerd gebroken linker elleboog gehad die ik als kind van zeven jaar kapot had gevallen. En dat, deelde hij mij mede, was de reden van afkeuring. [...] Dat was maar een min of meer toevallig voorbeeld van het wereldprobleem, die militaire dienst, en ik voegde er aan toe: Mijn vader die kwam uit een familie van doopsgezinden, van Mennonieten van het eiland Tezel. En de Mennonieen waren oorspronkelijk ook geen militairen, om niet te zeggen integtendeel: ook zij waren weigeraars, dat was een zo vanzelfsprekende zaak dat mijn vader en ik er eigenlijk over praatten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten